Plan B

Also available in

English

Translated by Katelijne De Vuyst

Ik zie nog hoe ik rustig onder de douche ging staan, fluitend. Ik herinner me ook dat ik opeens ontzettend zin had in een sigaret. Een drang die je waar ook, wanneer ook, kan overvallen. En je moet nu eenmaal reactief handelen.
Ik zie nog – vooral geen weerstand bieden – hoe ik een handdoek om mijn middel sloeg, in de vlucht het roze en groene jasje meegriste van een trainingspak dat recht uit de jaren tachtig kwam, en een paar plastic sandalen. De peuk al in mijn bek, de aansteker in de hand, klaar om te vuren. Met nog wat schuim in mijn haar. Een verslaving gunt je geen uitstel. Dat is jammer… Je zou bepaalde situaties kunnen vermijden.
Zoals de toestand waarin ik me nu bevind: opgesloten op mijn balkon op de derde verdieping, gekleed als een seksmaniak uit een Oostblokland. Goedkope versie van Dominique Strauss-Kahn. De sfeer van het Bois de Boulogne op vier vierkante meter beton. De glazen deur is dichtgeklapt, geen klink aan de buitenkant, nacht, er valt een zijdelingse regen en het is winter. Van een koude douche gesproken. Het zou al te stom zijn om thuis te bevriezen, op een paar meter van de zitbank, de tv en de verwarming. Zonder mobieltje, alleen op de wereld.
Als ik het overleef, stop ik met roken, erewoord. Als ik het overleef zeg ik tegen Lisa dat ik van haar hou, dat ik met haar mijn leven wil slijten. Als ik het overleef, word ik lid van een fitnessclub, kieper ik de vrachten reclamefolders niet langer bij mijn buurman in de bus, doe ik een schenking voor een goed doel, neem ik ander werk, ga ik stemmen bij elke verkiezing, geef ik de verdomde kat in het trappenhuis er nooit meer van langs, ben ik aardig voor de kribbige bakkerin, kijk ik minder porno en beloof ik elke dag een schone onderbroek aan te trekken.
Momenteel heb ik alleen een handdoek, het bovenstuk van mijn trainingspak en is de moed me in de schoenen gezonken. Als verantwoordelijke volwassene ben ik eerst in paniek geraakt, daarna heb ik om hulp geroepen. Niets. Alleen een dame op de stoep die sneller begon te lopen.
Mijn vriend die bij de Post werkt zou zeggen dat ik moet springen om van een welverdiend ziekteverlof te genieten. Mijn vriend die zijn eigen zaak heeft opgestart zou me zeggen risico’s te nemen. Mijn stempelende vriend zou me zeggen op hulp te wachten. Ik besluit de balans op te maken. Ik moet me concentreren en alle mogelijkheden afwegen.
Ik beschik over een lege koffiekop, een volle asbak, een aansteker en een kampeertafeltje. Ik rakel mijn herinneringen aan Koh Lanta in Thailand op. Nog altijd niets. MacGyver had altijd een pen bij zich. Ik dus niet. Stomme serie. Komaan, ik moet zin voor verbeelding hebben, een beetje afstand nemen (maar niet te veel) en improviseren. Ik krijg een inval: het kopje op de grond stuk laten vallen en de brokjes porselein een voor een tegen de ruit van de sexy buurvrouw hierboven gooien. Hoe dan ook, als ze thuis is en me ziet, moet ik aanvaarden dat al mijn verleidingspogingen in één klap vruchteloos zijn geworden. Dat moet dan maar. De toestand is ernstig.
En ongeveer op het moment dat ik het kopje op de grond zie stuiteren, verder rollen, bijna stilvallen en daarna onverbiddelijk onder de reling de diepte in kukelen, besluit ik een hulpplan uit te werken. Ik had alle peuken in de asbak met plezier ingeslikt om een eind aan de gebeurtenis te maken. Een tragisch einde à la Marilyn Monroe… of beter à la Marie-Line van cabaret Chez Michou, zonder pillen en aan de rand van de afgrond.
Gelukkig krijg ik een tweede inval: ik kan de metalen poten van het kampeertafeltje afrukken en ermee op het luik van mijn onderbuur kloppen. Een briljant idee! Ik voer mijn nieuwe plan geestdriftig uit. Ik buig me voorover en begin te tikken. Verschillende pogingen later besluit mijn buurman eindelijk zijn hoofd door het raam te steken.
Zodra hij me ziet, betrekt zijn gezicht. Hij zegt me een stapje achteruit te zetten zodat hij niet onder mijn handdoek hoeft te kijken. Nadat hij me heeft gevraagd waarom ik hem midden in de nacht heb gestoord, waarom ik zijn luik heb beschadigd (en langs zijn neus weg heeft gezegd dat het verboden is te tippelen in het gebouw), voegt hij eraan toe: ‘Bent u het niet die mijn kat altijd schopt?’
Shit… Hopelijk weet hij niets van zijn brievenbus.
Ik moet dringend een plan C bedenken.